De wereld draait soms raar. Sta ik gisteren te nippen aan een glaasje wijn gratis aangeboden door de gemeente. Zegt een gemeenteraadslid: nu zit Beethoven zonder werk zeker? Er zijn geen gemeenteraden tot september. Valt mijn oog vandaag op een post in Zeels Nieuws naar aanleiding van de actie van Francis en het onkruid in Zele. De mens heeft gelijk. Dat ze in Doel hun onkruid laten staan: OK. Maar een proper Zele is een aangenaam Zele. En propreteit is het begin van alles.
Maar ik zag dus die post. Een vervallen industrieel gebouwtje ergens in Zele. Zo zijn er natuurlijk verschillende. Maar één van de foto’s raakte een gevoelige snaar. Aït-tex. Dat is de naam van de firma die er in vroeger tijden zaken deed. Aan de staat van het gebouw te zien, is Aït-tex al lang ter ziele gegaan. Ik weet het niet.
De auteur van die post is Joris. Dat is zo’n typische internetvriend van mij. Nooit in levende lijve ontmoet, ondanks zijn beloften voor een teit a teit. Maar met de ideeën van een overjaarse hippie. En in combinatie met zijn foto van Aït-tex, word ik onvermijdelijk gevoerd naar Desmond Dekker.
Voor de jongeren: Desmond Dekker was de geestelijke papa van Bob Marley. Stenen tijdperk dus. Maar de enige keer dat ik hem live aan het werk zag, zong hij Ah it mek. Ge ziet het verband al komen. Ah it mek had dat meeslepende reggae ritme. De tekst is geschreven in een Jamaicaans patois. In Zele zouden we zeggen: in ’t Bargoens. En de titel betekent: dakomtervan.
Kan het nog toepasselijker? Ik hoorde hem al graag bezig, die Desmond. Maar hij had verdorie profetische gaven.
Voor de jongeren onder ons, die het in Keulen horen donderen, googel straks maar eens “Desmond Dekker Ah it mek”, en laat u eens meevoeren. Wij zongen in de tijd wel een iets aangepaste versie, vooral door mindere kennis van het Jamaicaanse patois: Hai iek mij… daarmee verwijzend naar een niet nader te omschrijven lichaamsdeel.
Wat een post allemaal kan doen. Maar dan las ik de reacties, en ik werd geconfronteerd met een gevoel van “ Ah ja, waarom niet?????”
“Cindy Riebeek Goh wij van de vzw kansarmen in vlaanderen zouden dat pand zo goed kunnen gebruiken voor onze organisatie.”
Dat pand staat daar al 20 jaar te verkommeren hoor ik. Hoeveel keer zouden we daar al een GAS boete voor kunnen innen hebben? En taksen op leegstand?
Wat indien we nu eens de gardevil (in het AN: stadswacht) op de eigenaar afsturen met de keuze: ofwel opkuisen, ofwel alle weken een GAS boete, ofwel gratis ter beschikking stellen van een VZW met sociaal verantwoorde doeleinden?
Indien we niet weten wie de eigenaar is, dat is rap op te zoeken. En als we hem niet vinden, kan hij ook geen bezwaar maken dat het pand in bruikleen wordt gegeven aan een sociaal doel. Niet dat ik revolutionair wil zijn, of anarchist of Don Quichote. Die mannen eindigen allemaal waar hun moeder hun niet wilde hebben.
Maar mijn pientere lezers zullen al begrepen hebben waar ge moet aankloppen. Niet bij het OCMW.
ok